Vanaf mijn 10de tot mijn 17e heb ik in Gorssel gewoond. Een heerlijke plek! Ik was een echt buitenkind en heb heel wat gevoetbald op het Acaciapleintje. Met jassen als dubieuze doelpalen. Ze leverden steevast uitroepen op als “Paal!” en “Niet, binnenkant paal, goal!”. Na voetbal waren knikkeren, tollen en stoepranden, in de toen nog autoluwe straten, favoriet. En wat ouder, vanaf mijn veertiende, zat ik vrijwel iedere dag met mijn kano op de IJssel of zwierf met onze Schotse Collie, Bobby door de bossen. Daar ontdekte ik pas echt hoe fijn het is om buiten te zijn en groeide mijn liefde voor de natuur.

Henk de tuinman
Toen ik 15 werd en wat geld wilde verdienen, piekerde ik er dus niet over om vakkenvuller of iets dergelijks te worden. Nee, het moest iets buiten zijn. Mijn eerste vakantiebaantje had ik bij Boomkwekerij Knol. Een beetje schoffelen en onkruid wieden. Lekker ongecompliceerd bezig zijn dus. Op mijn 16 werd het tijd voor een bromfiets en besloot ik het anders aan te pakken. Ik koos een sjiek Gorssels laantje uit en belde daar een voor een aan, met de vraag of ze nog een ervaren tuinman (ja, als puber gaf ik mijzelf al snel titels) nodig hadden. En warempel, ik kon bij een paar oude vrouwtjes de tuin doen! Ze waren een beetje pinnig en bits. Het op een vaste tijd aangereikte glas water moest ik staande opdrinken en verder maar weer. Nee gezellig was het niet, maar iedere minuut verdiende ik toch maar mooi 2,5 cent!
Het gezin Kortjan
Nu woonde aan de overkant een gezin in een soort Rietveldachtig huis. Met een grote tuin erom en een weitje met wat schapen daarachter. Ik sprak de man weleens en op een dag vroeg hij of ik hem ook wilde helpen met wat tuinwerk. Ik kon er bijna het dubbele verdienen. En zo kwam ik iedere zaterdag in het gezin Kortjan terecht. Hij was architect, zijn vrouw arts en ze hadden drie kinderen. Cees van een jaar of 10, Jaap was een jaar acht en Marijke ongeveer 6.
Een toptijd
Ik heb daar een toptijd gehad! Als meneer Kortjan ergens iets voor de tuin ging halen, vroeg hij altijd of ik meeging. En deze ritjes waren behalve gezellig ook nog eens lucratief. Want wie verdient nu op zijn 16e tweeëneenhalve gulden per uur met duopassagieren?! En kwamen we weer thuis, dan was het natuurlijk tijd voor koffie. Na een uurtje werken kwam het middageten, waar ik ook aan mocht schuiven. Al met al was het een erg leuk gezin, dat gezin Kortjan. Toen Toos en ik trouwden zijn ze zelfs nog op ons feest geweest.
Gorssel
Maar laat ik een beetje opschieten, anders wordt het verhaal wel erg lang. De jaren verstreken en Toos en ik maakten veel mee. En ineens waren we zomaar gepensioneerd. Waar was al die tijd toch gebleven? We besloten van Apeldoorn naar Zutphen te verhuizen. Zutphen waar we na ons trouwen, we waren 21, een huisje kochten en voor het eerst echt samen waren. Het stadje heeft ons altijd getrokken. Maar zeker ook de omgeving, zoals mijn jeugddorp Gorssel. Een paar keer per maand fiets ik er zeker nog doorheen en haal wat herinneringen op. Dan fiets ik langs ons oude huis, langs het Aciapleintje, langs de lagere school, waar ik meestal ik naar de vrijheid buiten zat te staren en langs het oude voetbalveld dat nu speeltuin is. En ook het huis van de familie Kortjan is vaste prik.
Heb ik je al verteld dat…
De keren dat ik erlangs ben gefietst, maakte het op mij een wat verwaarloosde indruk. Ik zag weinig meer terug van de frisheid en de levendigheid van toen. Ook heb ik al eens aangebeld, maar niemand deed open. Tja, meneer en mevrouw Kortjan… Zouden ze nog leven? Zouden ze de 90 hebben gehaald? Want zo oud moeten ze nu onderhand wel zijn.
Maar wat schets mijn verbazing. Afgelopen dinsdag fietste ik er weer eens langs, toen juist een grijs koppie achter uit de poort kwam schuifelen. Ik fietste dus de oprit op en zag het gelijk: het was weliswaar een stokoude versie, maar het was toch echt nog steeds meneer Kortjan! Grijs, mager en kromgebogen, stond hij me met een schuin hoofd vanachter zijn rollator een beetje verdwaasd aan te kijken.
“Kent u me nog, meneer Kortjan?”, vroeg ik.
Hij haalde zijn schouders op
“Henk van Blijderveen! Ik heb hier als jongen samen met u in de tuin gewerkt.”
“Henk van Blijderveen…”, mompelde hij nadenkend en plotseling klapte hij in zijn handen:
“Henk van Blijderveen! Die naam komt me bekend voor. Maar je gezicht ken ik helemaal niet meer.”
“Ik had toen lang haar en nog geen baard. Het is ook lang geleden, hè? Leeft uw vrouw nog en hoe is het met uw kinderen?”
“Hannie is al heel lang dood. Ik weet niet goed meer wanneer dat was. Ik vergeet nog weleens wat, weet je.”
“En de kinderen. Ik dacht dat ze Cees, Jaap en Marijke heten.”
“Dat je dat weet! Jij bent goed, zeg!”, riep hij enthousiast en klapte weer in zijn handen.
“Maar eh, wat wilde je ook alweer weten?”
“Hoe het met uw kinderen gaat?”
“O ja! Cees woont in Amerika en Jaap en zijn vrouw konden geen kinderen krijgen. Die hebben twee gehandicapte Chinese kinderen geadopteerd.”
“En Marijke?”
“Tja, Marijke… Dat weet ik eigenlijk niet meer… Had ik je al verteld dat Jaap 2 gehandicapte Chinese adoptiekinderen heeft?”
“Ja, dat wist ik al. Maar vertelt u eens. Woont u nog helemaal alleen in dit grote huis?
Toch wel met hulp zeker?”
“Ja, natuuuuurlijk! Ze komen twee keer per dag kijken of ik nog leef.”
“En Cees in de VS, ziet u die nog wel eens?”
“Niet vaak, maar het is ongelofelijk wat die van me weet. Die weet vast al dat wij hier nu aan het praten zijn. Die jongen houdt mij echt geweldig goed in de gaten.”
“Vertel hem bij gelegenheid maar dat Henk van Blijderveen langs is geweest.”
“Hoe zeg je? Henk van Blijderveen…? Nu je het zegt, je naam herken ik wel, maar je gezicht niet… Had ik je al verteld dat Jaap twee gehandicapte Chinese kindjes heeft geadopteerd?
Verdwijnen in de tijd
Tja, meneer Kortjan… Zo verglijdt het leven. We worden zwak geboren, worden sterk, worden weer zwak om uiteindelijk te sterven en te verdwijnen in de tijd. En als je terugkijkt zie je pas hoe snel die tijd gaat.
Wat een genade om dan te mogen geloven dat dit leven voor een kind van God niet het eindstation is van een zinloze en vermoeiende exercitie, maar dat het de opmaat is naar iets veel mooiers! Lees maar in de Bijbel:
Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3:16)
Henk van Blijderveen
Jaap Spruijt zegt
Erg leuk verhaal Henk, je waant zomaar even zo’n 60 jaar terug in de tijd.
Bedankt!
Jan Vehof zegt
Gelukkig maar dat mijnheer Kortjan jou nooit een vast contract heeft aangeboden Henk, anders had je misschien nu nog in Gorssel gewoond en was je misscphien ooit wel architect geworden.
De Heer had andere en betere dingen met je voor.
Je hebt je ware identiteit in Christus leren ontdekken Henk en de opdracht die daarbij hoort.
De geur van Hem wandelt met jou en Toos mee, omdat jullie navigatie systeem de Bijbel is.
Bedankt Henk en Toos, het is een zegen dat we elkaar mochten leren kennen in Christus.
Rinus Markusse zegt
Een mooi verhaal, Henk. Goed verteld ook.