Afgelopen week verbleef ik in het Brabantse. Een midweekje bungalowpark in Hoeven, een dorpje westelijk van Breda. Het weer was prachtig, zodat iedere dag een ANWB-fietstochtje kon worden gemaakt. Drie van de vier routes waren mooi. Maar na het fietsen van de Vincent van Goghroute had ik toch het gevoel dat de ANWB mij een oor had aangenaaid. Zo kleurrijk als Vincent was, zo saai was deze route. Maar goed, ook fietsroutes heb je in soorten. Bovendien is fietsen onder een zonnetje altijd leuk en door het rustige tempo heb je een verhoogde kans op interessante ontmoetingen.
Mariakapelletje
Zoals de ontmoeting die ik in het Brabants-Belgische grensgebied had. En wel bij een alleraardigst Mariakapelletje, met daarnaast een fijn picknickbankje, dat uitnodigde voor een pauze. Ik parkeerde mijn fiets en besloot om eerst maar eens de kapel wat nader te bekijken. Het interieur bestond onder andere uit twee houten banken die uitkeken op een verhoogde Maria, geflankeerd door twee heilig verklaarden. Verder was er een offerhoogte met heel veel brandende kaarsen en een tafel met koopwaar. Waxinelichtjes gingen voor 0,50 euro over de zelfbedieningstoonbank en wie een zware last met Maria had te bespreken, kon met een 9 dagen brandende noveenkaars van 3 euro de wensen extra kracht en licht bijzetten.
Ontmoeting
Na de bezichtiging at ik een mandarijntje op het bankje naast het kapelletje, toen een man van mijn leeftijd, nog jong dus, met zijn fiets aanlegde, wat rommelde in zijn portemonnee, om vervolgens te vragen of ik een 5 eurobiljet kon wisselen.
“U, gaat een kaars aansteken?”
“Zoiets, ja. Zoiets. Het is voor mijn zus. Heeft u ook een kaarsje opgestoken?”
“Nee, ik geloof wel, maar niet in kaarsjes opsteken.”
“Wat bent u dan? Gereformeerd zeker?”
“Nou, ik ben gewoon christen. Ik geloof dat Jezus is gestorven voor mijn zonden, dat Hij op de derde dag is opgewekt en dat Hij nu troont aan de rechterhand van God.”
Blijkbaar was dit wat teveel van het Goede: “Ik ga maar eens een kaars aansteken.”
Zo heb ik het ook geleerd
Ik hoorde hem een minuut of vijf afraffelend bidden, waarna hij naar buiten kwam. “Nu maar hopen dat het wat helpt”, zei hij, wat triest voor zich uitstarend. “Als je niet Katholiek bent, heb je het eigenlijk maar makkelijk. Dan hoef je nooit naar een kapel.”
Accentuerend beaamde ik: “Als je gelooft in Jezus als enige Middelaar, dan is Hij altijd bij je. Hij zei zelf: Ik ben de Weg de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij.”
“Ja, zo heb ik het ook geleerd.”
“Mag ik vragen waarom u dan toch tot Maria bidt?”
“Tja, Maria is emotie hè.”
Klagen bij Max
Wij keuvelden nog wat over koetjes, kalfjes en Maria, waarna ik mijn route richting Roosendaal vervolgde. Heel wat bochtjes verder kwam ik langs een ijsboerderij. En wie mij kent, weet dat dit gelijk staat aan een pitstop. Ik stalde mijn fiets en bemerkte tot mijn verbazing dat ook de kapelbezoeker aanlegde.
“Zo komen we natuurlijk nooit van elkaar af”, grapte ik.
“Dit is mijn vaste verzetje na de kapel. Heeft u vakantie, of zo?”
“Ja, ik zit een midweekje in Hoeven. In een vakantiebungalow.”
“O, Ho-even!” debiteerde hij een Brabantse grap. ”Bevalt het daar?”
“Een mooi huisje, maar ik ben geloof ik de enige vakantieganger op het park. Overal om mij heen zitten Poolse arbeiders, die voor dag en dauw en met veel lawaai naar hun werk gaan.”
“Da’s niet zo leuk. Gaat u nu klagen bij Max?”
“Nee, ik stuur gewoon een boze mail naar de parkbeheerder.”
“Jammer!” zei de man.
“Waarom?”
“Anders, had ik tegen mijn familie kunnen zeggen: Kijk! Die man ken ik!”
Na wat geklets onder het genot van een ijsje namen we afscheid.
“Als u nog eens in Apeldoorn bent, kom dan gerust een kop koffie drinken. Gewoon naar Henk vragen. Iedereen kent me daar.”
“Hé, dat heb ik in Roosendaal! Ik ben altijd melkman geweest.”
Tot slot serveerde ik hem, als toetje na het ijsje, nog een gratis, maar toch zeer kostbare uitsmijter: “Weet u, eigenlijk is het niet zo belangrijk dat veel mensen je kennen. Het belangrijkste is dat Jezus jou kent!”
“Ja, ja,” mompelde hij, “ik zal er bij gelegenheid eens over nadenken.”
Henk van Blijderveen
Rob Alberts zegt
Mooi slot!
Vriendelijke groet,
Henk van Blijderveen zegt
Dank je Rob! Nadenken kan in dit geval nooit kwaad. 😉
Gr. Henk
Sjoerd zegt
Prachtig dat je op zo’n mooie manier het evangelie mag verspreiden, en ieder zaadje dat gepland is kan de Heilige Geest altijd laten ontkiemen door Zijn Stromende Zegen.
Shalom
Jan vehof zegt
Je bent een woord en levenskunstenaar Henk, die alle rangen van een gewone sterveling bent ontstegen, en voor wie het fietspad en Maria kapelletjes een verlengde werkvloer is van het pastoraat.
Joke Boekholt. zegt
Volledig mee eens!
Joke Boekholt. zegt
Mooie ontmoeting!