Afgelopen week had in het UMC in Utrecht een gesprek met de orthoptiste die mijn schele oog in kaart heeft gebracht, mevrouw Cornielje, en de oogarts die het euvel dinsdag hoopt weg te opereren, Dr. Van Kooij.
Ik vroeg aan Dr. Van Kooij waarom de chirurg die destijds mijn hoornvliestransplantatie heeft verricht, Dr. Van der Lelij, ook niet mijn oog recht zette. “Dr. Van der Lelij kan deze operaties niet.” zei Dr. Van Kooij: En hij voegde er zo te horen aan toe: “En ik kan het ook niet”. Pardon”, zei ik angstig. “En ik kan haar operaties niet”. Gelukkig! Verkeerd verstaan.
Maar er was een stekje angst bij mij geplant dat afgelopen nacht als een wonderboom opschoot. Ik zat nog maar net in de remslaap of mijn hersens gaven vol gas. Ik bevond me weer in het UMC. Weer een gesprek met Van Kooy en Cornielje. Alleen stelden ze zich nu voor als Klooij en mevrouw Vernielje. Klooij droeg een witte jas bezaaid met bloedvlekken. Vernielje probeerde me gerust te stellen: “Hij wordt ook wel de slager van het UMC genoemd. Maar hij is uiterst kundig hoor.” Klooij knikte zijn hoofd en knakte zijn vingers. “Ja, dat ben ik! Maar er kan altijd wat mis gaan! Het blijft gelukkig wel een operatie.” Ik vroeg schuchter wát er dan wel mis kon gaan met mijn operatie. Vernielje begon te lachen. Klooij: “Je denkt vast aan dezelfde patiënt als ik, amica. Een humoristisch geval! Die man kwam net als u binnen, meneer Van Blijderveen. Een beetje scheel. Verder volkomen normaal. Na afloop van de operatie had hij hamertenen en flaporen. Maar zijn ogen stonden wel prachtig recht.”
“Maar eh… het zijn toch gewoon een paar oogspiertjes die verzet en ingekort worden”, zei ik angstig. De arts vatte het op als een provocatie. “Als u mijn kennis in twijfel trekt, dan zou uw operatie wel eens tegen kunnen vallen. Net als bij de vrouw die ik laatst onder handen had. Op de operatietafel zei ze steeds maar dat ik het verkeerd zag, dat ze kwam voor spataderen, terwijl ik duidelijk zag dat haar ogen tolden. Ze kwam drie maand geleden voor een dagopname, maar schuifelt nu nog steeds door de gangen van het UMC.”
Maar ach, meneer Van Blijderveen, maakt u zich geen zorgen. Doorgaans bega ik kleine uitschietertjes. Zoals ogen in het achterhoofd. Of de wat mildere variant hierop: ogen achter en voor. Complicaties die bovendien erg praktisch kunnen zijn.
“Heeft u nog vragen?” Mijn hoofd schudde door zenuwen aangezwengeld ongecontroleerd heen en weer. “Nee? De narcose dan maar, amica Vernielje!” Terwijl Klooij een joekel van een scalpel uit zijn messenblok trok, zag ik mevrouw Vernielje met een voorhamer op mij afstevenen. Net voor de fatale klap stierf mijn nachtmerrie wegens slaapgebrek.
Henk van Blijderveen
Rob Alberts zegt
Hm, lapjes, druppeltjes, oefeningen, dieten en brillen voor mijn oogafwijkingen.
Maar snijden en/of laseren heb ik nog niet geprobeerd.
Sterkte!
Bemoedigende groet
Antoon Goderis zegt
Heel leuk geschreven !
Reinie zegt
Wat een nachtmerrie! en wat een mooie namen maak je er weer van 🙂 Sterkte bij de echte operatie!
Jan zegt
Ja soms moeten we vrede sluiten met een afgedwongen keuze. Een oneliner Henk waar je weinig mee opschiet. Ze heeft de pretentie wijsheid te herbergen, maar ze irriteert misschien alleen maar door gebrek aan handvaten. Jouw handvaten liggen gelukkig op een hoger niveau.
We denken aan je Henk. Veel sterkte.