Het is weer zo ver. Sinterklaas is massaal aangekomen. Op veel plaatsen, op veel manieren en in veel verschillende gedaantes. Het is niet zo verwonderlijk dat hij slechts een kindervriend is, want je moet echt de jaren des onderscheids nog niet hebben bereikt om deze bedrieger nog te zien als de vriendelijke oude man die samen met zijn springerige Pieten op alle plaatsen tegelijk kan zijn. Maar hoe heeft het nu zo kunnen gebeuren dat het Sinterklaastoneel een jaarlijkse terugkerende realiteit is voor kinderen? Een toneel dat geregisseerd wordt door de volwassenen.
Geloven in Sinterklaas
De basis voor dit vreemde fenomeen ligt in het feit dat ieder mens ooit eens kind is geweest en dus vol ontzag in de Sint heeft geloofd. We hebben allemaal wel eens de dualiteit ondervonden van enerzijds een bestraffende tong waarmee Sinterklaas onze wandaden verkondigde en anderzijds een liefdevolle hand waarmee diezelfde Sinterklaas over onze kinderhaartjes streek. Dit alles onder het onbegrijpelijke gelach van de aanwezige volwassenen. Je had werkelijk een groot ontzag voor die man die alles wist.
Twijfelen aan Sinterklaas
Alwetend? Ja, tot het moment dat die ophangtouwtjes van de baard zichtbaar worden, of dat een ongecontroleerde kleuter de pruik aftrekt en je ineens ome Arie ziet verschijnen. Als goedgelovig kind denk je dan eerst misschien nog dat er een echt wonder is gebeurd. Maar toch is de aftakeling van de goedheiligman in een niet meer te stuiten gang gebracht. En op het feest van het volgende jaar zal pas echt blijken wat dat akkefietje met ome Arie heeft aangericht. Je voelt je besodemieterd door je ouders! Wat hebben ze je eigenlijk nog meer verteld dat niet klopt? Ineens zou alles, ja, zelf Jezus, wel eens niet waar kunnen zijn! Je bent bedrogen. Er is op een schandalige manier misbruik gemaakt van je goedgelovigheid!
Meedoen met Sinterklaas
Maar dan treedt na de rouwverwerking toch weer een nieuwe fase in. De fase van meedoen met de ouderen. Ouderen die je zeggen dat je jongere zusje of buurmeisje nog wel gelooft. En dat moet zo blijven. En je doet mee, eerst nog weifelend, maar allengs enthousiaster. Je wordt erbij geholpen door het groeiende besef dat je nu een grote kerel bent geworden. Eentje met een groot geheim, dat die kleintjes niet mogen weten. Je gaat gechargeerd meedoen met die groten.
Zonder dat je het in je ontluikende bewustzijn nog kunt benoemen, ben je vanaf half november tot 5 december bezig met het nemen van zoete wraak op het bedrog van je ouders, met als doelgroep de gelovige kleintjes. Je geeft je er helemaal aan over. Mateloos en straffeloos.
En als je eenmaal aan deze kwaadaardigheid hebt meegedaan, dan wordt door een vreemd collectief bewustzijn de rest gedaan. Een bewustzijn dat sterk wordt gevoed door economische impulsen in de vorm van jaarlijks dikker wordende speelgoedfolders, die inmiddels het formaat van het boek van de Sint overtreffen.
Ja, je leven lang blijf je toneelspelen voor die kleintjes. Als broer, als oom, als vader en tenslotte als opa.
En als middenstander…
Henk van Blijderveen
Geef een antwoord