Afgelopen zaterdag was het weer zover: de volkstuinders van de Eerste Apeldoornse Volkstuinvereniging (E.A.V.) konden hun zaden ophalen bij het verenigingsgebouw.
Koninklijk gewroet
E.A.V. suggereert dat onze club de eerste is in een enorme reeks Apeldoornse volkstuinverenigingen. Door dat “Eerste” krijgt onze club iets verhevens, het tuinieren iets edels dat de inspanningen van de tuinlieden van Paleis het Loo ver overstijgt. Hun werk schijnt slechts koninklijk gewroet.
De volkstuinders van de E.A.V. bemesten, spitten, schoffelen, zaaien en oogsten met een geestdrift die slechts te vinden is bij hobbyisten. We spannen ons net genoeg in om lekker moe te worden, produceren net genoeg om niet naar de markt te hoeven en de zeldzame baaldagen verantwoorden we nergens. Werk zoals werk zou moeten zijn.
Een goudader?
Na het voorgaande zal het duidelijk zijn dat wij jaarlijks op die feestelijke eerste zaterdag van maart onze zaden met een verwachtingsvolle blijdschap in ontvangst nemen. Buitenstaanders die de volkstuinders met een stralende glimlach hun doosjes geluk uit het verenigingsgebouw zien dragen, moeten welhaast denken dat er in de kelder van de EAV een goudader wordt geëxploiteerd.
Heel in de verte heeft het wel iets weg van werknemers die de laatste werkdag voor Kerst met hun kerstpakket goedgemutst het bedrijf uitlopen. Niet door dat onbenullige doosje waarin zelden een verrassing is te vinden, maar door de vrije dagen die in het verschiet liggen.
Plezier en beloftes voor volkstuinders
Ik zei het al: heel in de verte. Want de impact van de doos met zaaigoed reikt veel verder dan een kerstpakket inclusief vrije dagen. Dat doosje bestrijkt lente, zomer, herfst en zelfs winter en zit vol met leven. Het doosje herbergt onnoemelijk veel plezier en beloftes.
Zoals de eerste jonge aardappeltjes met mosterd. Griesmeelpudding met eigen bramensaus, mais met kaassaus, peultjes. Mmmm! Door de kou van de afgelopen tijd kan ik wat later zaaien dan anders. Toch verwacht ik weer een fantastisch tuinjaar.
Geestelijke parallel
Ik zie een parallel met mijn geestelijk leven.Ook daar zijn de omstandigheden soms koud en kil. Maar toch verwacht ik een fantastische toekomst. En wel, omdat een onveranderlijke God het in Zijn Woord belooft! Dat is de reden dat ik, behalve het doosje met zaden, ook mijn hedendaagse ongemakken blijmoedig draag.
(2 Korintiërs 4:7-9)
Henk van Blijderveen
Antoon Goderis zegt
Jij je ding! Ik hou helemaal niet van dat gewroet in de aarde. ‘t Zal wel voor een stuk liggen aan de militaristische manier waarop ons vader ons leerde spitten…Na drie keer na een hetzelfde lapje grond omgewroet te hebben hou je het wel voor gezien als tiener… Maar je hebt gelijk, het zien opkomen, het groeien, het oogsten en het eten van zelfgekweekte dinges is heerlijk ! En het is zoals met het meeste in het leven: eerst moet je er voor zwoegen en zweten en afzien… maar is dat niet gedeeltelijk net het leuke van het ding?
Jan Jaap zegt
Henk,
Succes met je tuin en sterkte met je ongemakken.
Ik tuin zelf bij Volkstuinvereniging Zonnegaarde in den Haag. Geen groente, daar is de grond te slecht voor. Sierheesters, vaste planten en rozen, ook leuk!
Gewoon lekker in het zonnetje zitten met een bakkie en luisteren naar de vogeltjes is trouwens mijn favoriete activiteit op de tuin…
Jan zegt
Henk, je hebt het helemaal begrepen. Tuinieren is een aardse variant van geloven. De compositie van het leven hangt soms met vreemde draden aan elkaar.
Onze cultuur heeft de meest uiteenlopende hobby-hoekjes bedacht. Denk aan de man die driehonderdeneenendertig puntenslijpers koestert, of de vrouw die stad en land afstruint naar wasknijpers van vóór de Franse revolutie.
Nee Henk, ik hou het dan toch maar bij het lichtvoetige tuinieren. Het koninklijke wroeten kent veel verrassingen.
Daar wordt, als je goed oplet, bijna iedere gewone struik een brandende braambos en elke zonsopgang een lofzang.
Henk van Blijderveen zegt
Jan, ik dank je weer hartelijk voor dit prozaïsche commentaar. Het wakkert mijn zin om weer aan de slag te gaan nog verder aan.