Toen ik vanmorgen wakker werd voelde ik dat het anders was. Het licht was witter en de buitengeluiden klonken helderder. Sneeuw!
Polaire lucht met sneeuwbuien. Energiek weer. Zelfs onze oude beagle die normaal niet vooruit te branden is, stoof op een klein hondje af om te spelen. De mensen die me normaal wat chagrijnig met hun viervoeter passeren, groetten met een glimlach. Wat sneeuw al niet kan doen! Vooral kinderen plukken mét de dag het laagje natte sneeuw. Sneeuwpoppen verrijzen op het grote speelveld. Anderen proberen in een smurrie van modder en sneeuw op hun sleetje van hellinkjes af te glijden. Het is weer winter!
Vreemd eigenlijk. Dat kindergevoel gaat nooit weg. Ik zie mezelf nu nog staan in die strenge winter van 1963. Negen jaar was ik. Voordat ik naar school ging staarde ik naar boven in het licht van een straatlantaarn. In dat licht leken de sneeuwvlokken drie keer zo groot en de winter onoverwinnelijk. Iedere dag vorst. We bouwden op het speelveldje tussen de arbeidershuisjes in Ede een heuse iglo met blokken ijs die we maakten van in emmers bevroren water. Ook gingen we schaatsen. Nou ja schaatsen. Op slappe enkels krabbelde ik op het hout van die Friese doorlopers en kwam met vallen en opstaan vooruit. En als ik tegen de schemering helemaal was leeggespeeld, dan was er altijd de Donald Duck met het overzichtelijke winterse wereldje van Duckstad.
Ja, het was een onbezorgd en vrolijk leventje. Maar zelfs ik werd langzamerhand volwassen. De zorgeloosheid verdween en de beschadigingen kwamen. Ik denk nog wel eens terug aan die jeugdwinters. Vooral als ik lied 315 uit de Opwekkingsbundel zing.
Heer, uw bloed dat reinigt mij,
doet mij leven en maakt mij vrij.
Heer, uw bloed dat nam mijn plaats
in het offer dat U bracht.
En U wast mij witter dan de sneeuw,
dan de sneeuw.
Mijn Jezus, Gods Lam voor mij geslacht.
Dan komt dat zorgeloze en blije jeugdgevoel weer terug.
Henk van Blijderveen
Leibele,s kijk zegt
Heel koel weer is broodnodig in deze wereld vol van heethoofden.
Raksha de Duitse Herder zegt
Het blijft hier nu eindelijk ook liggen, vanmorgen was het nog niet veel…
En die winter van 1963 herinner ik me ook nog alsof het gisteren was… Ik was toen nota bene pas 7 jaar… Maar zoveel sneeuw, zoveel kou… We moesten met boter besmeerd brood meenemen naar school voor de vogels. Het werd ingezameld onder de trap en zou met vliegtuigen worden uitgestrooid! Ja, dat was een winter om nooit te vergeten…
Anonymous zegt
Precies drie jaar geleden viel er een enorm pak sneeuw. Meteen heel Nederlamd ontwricht. In het electronisch tijdperk, waarin de mens alles meent te kunnen controleren, is een winterse bui al genoeg ons weer met beide benen op de grond te zwetten.
Ger Cupido
Rudolf zegt
Heerlijk die sneeuw.
Dat heeft toch iets ‘magisch’ hè!
Ik kan daar ook altijd heel erg van genieten!
Al sneeuwballen gegooid?
Henk van Blijderveen zegt
@ Rudolf: ik ben een recreatieve sneeuwgenieter van het semi passive soort. Vanachter het raam kijken hoe mooi de wereld is en zo af en toe een wandeling.